Deze bladverliezende soort cypergras uit de USA werd al in 1753 door Linnaeus beschreven. Hij ziet eruit als een dwerguitvoering van het Egyptische papyrusgras, maar verdraagt temperaturen tot minus 12 °C. De typerende, heldergroene bladkransen verschijnen aan tot 60cm lange stengels. De bruine bloemen (eind voorjaar/begin zomer) verschijnen in aren. De plant groeit graag in voedzame, eventueel kalkhoudende grond in tot 5cm diep water. Droogte wordt slecht verdragen.
