De grote boterbloem is inheems in grote delen van Europa tot Centraal-Azië. Deze kruipende moerasplant kan zijn grote, glanzende, gele bloemen aan wel 2 m hoge, weinig vertakte, opgaande stengels boven water uitsteken, maar de plant breidt zich via holle, liggende wortels uit. De eerste bladeren zijn min of meer eirond, de stengelbladeren langwerpig. Na de bloei verschijnen kleine dopvruchten met een korte snavel. De plant groeit liefst op een zonnige plek in natte, redelijk voedselrijke grond tot in ondiep water. Uitstekend winterhard.
Menu