Deze varen uit Europa, Azië en Noord-Amerika groeit graag in vochtige tot natte, lichtzure grond tot ondiep, iets zuur water. Het varenblad ontrolt zich prachtig in het voorjaar. De plant vormt van juli tot oktober sporen in ronde sporendoosjes bij de nerven op de vruchtbare bladeren. Die zijn langer (tot 1 m) en dieper gedeeld dan de kale onvruchtbare bladeren (tot 60 cm). De plant groeit vanuit een kruipende, zich vertakkende wortelstok en vormt gele bladstengels. Hij kan zich flink uitbreiden. Goed winterhard. Voor zon tot halfschaduw.
Menu