Deze vasteplant uit de Europese natuur (tot ver in Azië, ook in Noord-Afrika) groeit op zonnige tot licht beschaduwde plekken in normaal voedselkrijke (vaak kalkhoudende) natte grond tot in ondiep (ook stromend) water en moerassen. De plant vormt vlezige, onbehaarde, kruipende en wortelende stengels die roodachtig kunnen zijn. Daaraan groeit glanzend, donkergroen, kortgesteeld, stomp-afgerond, tot 4 cm groot, vaak getand blad. Uit de bovenste bladoksels verschijnen langgesteelde trossen meestal hemelsblauwe (soms roze) bloemen, gevolgd door bolle vruchtdozen. Ideaal in de rand van (ook kleine) vijvers. Goed winterhard.
Menu